Laat de opleiding tot voedingsassistent 3 tot 4 jaar duren, zegt Coosje Schaank (66) in een interview in Uitblinkers 19. “Ga de diepte in. Maak het vak weer interessant. De waardering stijgt dan en de salarissen zullen ook omhooggaan.”
Coosje Schaank neemt na een kleine veertig jaar afscheid als voedingsassistent. Haar pensioen nadert en haar vooruitzichten zijn goed, maar ze maakt zich zorgen over het vak. “Als we zo doorgaan, komt het niet goed.”
Dat voedingsassistenten op sommige plaatsen lichte schoonmaakwerkzaamheden aan het bed verrichten, vindt ze in principe niet verleerd. Maar dan moeten ze daarvoor wel de benodigde tijd krijgen, zodat ze ook wat langer met één patiënt bezig kunnen zijn en een betere band met hem of haar kunnen opbouwen.
Misbruik
Schaank daarover: “In theorie is dat een prima oplossing. In de praktijk zie je vaak dat er misbruik wordt gemaakt van de situatie doordat de voedingsassistent er binnen hetzelfde tijdsbestek extra taken bijkrijgt. Het komt ook voor dat verpleegkundigen de voedingsassistenten met extra werkzaamheden opzadelen.”
Ze pleit voor een landelijke, degelijke, diepgaande opleiding voor voedingsassistenten. Biologie zou een van de vakken moeten zijn. “Omdat je moet weten hoe het lichaam in elkaar zit.” Ze pleit ook voor andere vakken, zoals wiskunde en scheikunde om chemische processen te onderkennen.
Psychologie
Verder psychologie en sociologie omdat die in de omgang met patiënten en collega’s van pas kunnen komen. Maatschappijleer zodat je wat leert over de multiculturele samenleving. Achtergronden met betrekking tot mensen uit andere delen van de wereld met verschillende geloofsovertuigingen. Talen ook, zegt ze. “Je zult Nederlands, Engels en Duits moeten kunnen begrijpen en spreken.”
Het volledige interview met Coosje Schaank tref je in Uitblinkers 19.
