De lancering van de Kwaliteitsindicator Eten en Drinken voor verpleeghuiszorg heeft geleid tot gefronste wenkbrauwen en een spervuur van vragen van managers en medewerkers. Dat bleek tijdens de kick-off bijeenkomst op 6 december in Uden.
Gefronste wenkbrauwen of niet, de kwaliteitsindicator is wel een aanzet om het voedingsbeleid nog eens tegen het licht te houden en mogelijk bij te stellen, zo werd duidelijk. Het ‘instrument’ moet ertoe leiden dat de kwaliteit van eten en drinken in de zorg omhoog gaat en dat cliënten echt gehoord worden met betrekking tot hun voorkeuren.
Weer één erbij
Maar het wordt wel veel. Weer een kwaliteitsindicator erbij. Ieder jaar worden er verplichte kwaliteitsindicatoren in het leven geroepen. Verenso (vereniging van specialisten ouderengeneeskunde) is de organisatie die dat in overleg met andere landelijke partijen voor haar rekening neemt.
In 2019 lanceren ze er vijf voor de verpleeghuiszorg. Eentje daarvan heeft betrekking op eten en drinken. In oktober 2019 is bekend gemaakt dat de Kwaliteitsindicator Eten en Drinken voor de verpleeghuiszorg eraan komt. In februari 2020 moet deze zijn ingevoerd. Dat veroorzaakt lichte paniek, zo bleek op 6 december in de Kruisherenkapel te Uden, waar BrabantZorg de gastheer was.
Speerpunten
De speerpunten van de kwaliteitsindicator zijn het tegengaan van ondervoeding, het terugdringen van overgewicht en het genieten van eten en drinken. Met behulp van de indicator worden afspraken getoetst die gemaakt zijn met cliënten over eten en drinken. Een stappenplan is te vinden op de site van Eten+Welzijn (zie bijdrage onder tussenkop ‘Informatie’ verderop) dat de introductie van de indicator in opdracht van ActiZ begeleidt.
Belangrijk onderdeel is het één keer per half jaar in het zorgdossier vastleggen van voorkeuren van cliënten ten aanzien van eten en drinken. Dat leverde enkele vragen op, zoals 1) “Hoe kun je voorkeuren vastleggen van mensen zich niet kunnen uiten, bijvoorbeeld omdat ze dementeren?” en 2) “Het vastleggen in het zorgdossier levert extra werk op. We zouden die tijd liever aan voeding besteden.”
Observeer ze
Anton François en Rudy Crabbé, die deze en twee andere bijeenkomsten namens Eten+Welzijn leidden, ‘parkeerden’ deze vragen voor de werksessies. Daar noteerden we, vrij vertaald, de volgende antwoorden: Op vraag 1 over de voorkeuren van dementerenden: “Observeer ze en stel vast wat ze op prijs stellen.” Op vraag 2: “Als je met een doelmatig registratiesysteem werkt is het vastleggen niet veel werk.”
Een diëtist maakte zich met betrekking tot deze laatste vraag zelfs een beetje boos. “Hoe kun je nou zeggen dat het één keer per half jaar vastleggen van voorkeuren te veel werk is? Dat mag toch geen probleem zijn? Van de zotte dat dit gezien wordt als extra werk.”
Informatie
Stichting Eten+Welzijn, Patiënt & Voeding en RIVM ontwikkelden samen de MenUkaart. Deze maakt het bestuurders, managers, cliënten, patiëntenraden gemakkelijker om vast te stellen op welke manier zij in hun instellingen aan de slag willen met de Kwaliteitsindicator Eten en Drinken. “De MenUkaart is een stappenplan naar het voedingsbeleid van morgen. Want gezonde keuzes kunnen ook gewoon duurzaam en lekker zijn!”, aldus de organisaties.
Op de website van Eten+Welzijn vind je verder de volgende tools:
- Handboek Kwaliteitsindicatoren
- Stappenplan (doorloop de stappen en maak je eigen voedingsbeleid)
- Factsheets van RIVM, EPF, Voedingscentrum en IPH
- Toolkit:
Nulmeting: Hoe doe je het en wat kan er beter? - Het verbeterbord
- Sjabloon voedingsbeleid
- Spel ‘Smaken verschillen’
Later in het magazine Uitblinkers 13 tref je een beschouwing aan met daarin de lasten en de lusten van de Kwaliteitsindicator Eten en Drinken voor de verpleeghuiszorg. En het laatste nieuws.
Een gedachte over “Kwaliteitsindicator leidt tot spervuur van vragen”
Reacties zijn gesloten.